IniCé

DSC_6603_3.jpg
 

Rijk in armoede

Het Grote Oog. Zo wordt Suzy Spaenhoven ook wel eens genoemd door de inwoners van Koutienso, een dorpje in het West-Afrikaanse Mali. Deze Vlaamse Zuster van Liefde, die er de afgelopen decennia een heus gezondheidscentrum uitbouwde, ziet dan ook alles. Moet ook alles zien. Dagelijks wordt ze geconfronteerd met de schrijnende noden, kwalen en zorgen van de dorpelingen, die het ook vandaag nog met veel te weinig moeten stellen.

Zuster Suzy, die ook verpleegster tropische geneeskunde is, vertrok begin jaren tachtig op missie naar Mali. Ze werd er regioverantwoordelijke in Koutienso voor de Zusters van Liefde en bood er, samen met haar medezusters, medische zorgen aan om het grootste leed te verzachten.
We ontmoetten Zuster Suzy voor het eerst tijdens een reis door Mali in de herfst van 1996. Ze vertelde me over de ernstige tandproblemen binnen de gemeenschap van Koutienso, en over het werk in haar gezondheidscentrum. Het jaar daarop keerden we terug, samen met een collega-tandarts en voldoende materiaal, om de verplegers binnen het centrum te leren hoe ze tanden moesten trekken. Sindsdien hebben tal van vrienden zich op diverse manieren geëngageerd om blijvend een steentje bij te dragen.

Tandheelkundige zorg is anno 2014 maar een van de vele mooie werken van het dispensarium. Suzy en haar medezusters investeren ook al geruime tijd in onder andere onderwijs, voorlichting en landbouw. Het gezondheidscentrum is uitgebreid met een materniteit, waar vrouwen terechtkunnen voor prenatale onderzoeken, een centrum voor vrouwenwerking, begeleiding en opvang van hiv-patiënten en een kleuterschool met opvang voor weeskinderen. Ze doen zelfs aan eigen voedselproductie en waterwinning. Die realisaties vormen het fundament van een structuur die rust en toekomstperspectief biedt aan de hulpbehoevende inwoners van en rond Koutienso.

De fotoreeks is een ode aan de dagelijkse naastenliefde van Suzy en haar medezusters, en aan de inwoners van Koutienso.
Wij hopen u de schoonheid van mens en dorp te kunnen tonen.

In naam van hen, en in hun taal, het Bambara:
‘I ni cé.’
‘Welkom, en bedankt’

 

-Jean-Paul & Pieter Michiels-